Inboedelverzekering

Terug naar alle verzekeringen

Een inboedelverzekering is een verzekering tegen schade die men aan de inboedel (of: huisraad) op kan lopen. 

Tussen de inboedelverzekeringen van de diverse verzekeraars bestaan inhoudelijke verschillen. Deze verschillen zijn vaak klein, zodat het goed mogelijk is een algemene omschrijving van een inboedelverzekering te geven.

Definitie inboedel

De inboedel is alle roerende zaken die tot de particuliere huishouding van de verzekerde behoren. Eveneens tot de inboedel behoort:

  • Kleine huisdieren (katten, honden, konijnen e.d.). Kleine huisdieren worden ook wel gezelschapsdieren genoemd. Grote huisdieren, vaak vee genoemd, behoren niet tot de inboedel.
  • Fietsen
  • Aanhangwagens
  • Tuinaanleg
  • Vaartuigen, accessoires van motorrijtuigen, vaak met een bepaald maximum.

Niet tot de inboedel behoort:

  • Geld en geldswaardig papier
  • Zaken, bestemd voor industriële of handelsdoeleinden
  • Motorrijtuigen, met uitzondering van bromfietsen.

Dekkingsvarianten

De dekking van een inboedelverzekering valt doorgaans uiteen in twee varianten:

  • Extra uitgebreid (dit is de meest voorkomende en standaarddekking)
  • Alle van buiten komende onheilen, ook wel all-risk genoemd.

Nieuwwaarde

Bij inboedelverzekeringen wordt de dagwaarde verzekerd. Alleen voor zaken waarvan de waarde nog boven de 40% van de nieuwwaarde ligt wordt de nieuwwaarde uitgekeerd. Van veel zaken zoals elektronische apparatuur is de waarde al na enkele jaren gedaald beneden de 40% van de nieuwwaarde. Van verzekering tegen nieuwwaarde is dus vaak geen sprake.

Zaken met een antiquarische of zeldzaamheidswaarde zijn verzekerd tegen de antiquarische of zeldzaamheidswaarde.

Bij onderstaande zaken wordt uitsluitend de dagwaarde vergoed:

  Zaken die zijn onttrokken aan het gebruik (zoals een kinderwagen die niet meer wordt gebruikt


Verzekerde som

Bij het aangaan van de verzekering wordt een verzekerde som vastgesteld, die:

  • het bedrag is waarvoor de verzekerde zijn belang wenst te dekken;
  • het maximum aangeeft tot waar schade wordt vergoed;
  • het bedrag aangeeft waarover de premie wordt berekend.

Bij een schade van enige omvang wordt vastgesteld of de verzekerde som wel in overeenstemming is met de waarde van het verzekerde object. Als het goed is, is de verzekerde som gelijk aan de werkelijke waarde. De verzekerde som kan echter ook lager of hoger zijn dan de werkelijke waarde. Ook kan het voorkomen dat hetzelfde object dubbel verzekerd is. Deze gevallen worden respectievelijk genoemd:

  • onderverzekering;
  • oververzekering;
  • dubbelverzekering.



Vaststelling verzekerde som

Bij de vaststelling van de verzekerde som dient de verzekerde van al zijn bezittingen na te gaan wat de huidige nieuwwaarde is, en of de bezitting wellicht tegen dagwaarde verzekerd moet worden (zie bovenstaande opsomming). Aangezien dit in de praktijk een ondoenlijke klus is, kan de verzekerde ervoor kiezen de inboedel te laten taxeren of een inboedelwaardemeter in te vullen.

Op een inboedelverzekering geldt standaard een overdekking van 25%.

 Taxatie

Voordelen:

  • Wettelijke garantie dat de getaxeerde waarde wordt uitgekeerd (art. 7:960 BW);
  • Zekerheid dat men niet is oververzekerd, zodat er niet teveel premie wordt betaald;
  • De belangrijkste bezittingen worden met name in de taxatie genoemd, zodat het bezit bij schade niet meer aangetoond hoeft te worden.

Nadelen:

  • Relatief hoge kosten (in de regel vanaf ca. € 250,--)
  • De taxatie voorziet niet altijd in nog aan te schaffen zaken.

 Inboedelwaardemeter

 

Voordelen:

  • Garantie tegen onderverzekering. Dit houdt in dat de verzekeraar bij schade geen beroep zal doen op eventuele onderverzekering;
  • De inboedelwaarde wordt eenvoudig vastgesteld;
  • Bij de aanschaf van nieuwe zaken hoeft geen wijziging te worden doorgegeven.

Nadelen: Kans op oververzekering en de daarbij behorende te hoge premie.

Een inboedelwaardemeter is een door de verzekeraar opgesteld formulier. Aan de hand van gemiddelden wordt de inboedelwaarde vastgesteld. De verzekerde hoeft op het formulier alleen een aantal basisgegevens in te vullen, namelijk:

  • Leeftijd hoofdkostwinner;
  • Gezinssamenstelling;
  • Netto maandinkomen huishouden;
  • WOZ-waarde woning.

Het Verbond van Verzekeraars stelt elk jaar een inboedelwaardemeter op. De meeste verzekeraars gebruiken deze inboedelwaardemeter als leidraad.